Wilgefortis

Pronkstukken van de kerkinventaris

Maker:Meester van Elsloo
Datering:eerste kwart zestiende eeuw
Materiaal:perenhout (?), eikenhout en iepenhout eikenhout
Afmetingen:hoogte 109cm
Restauratoren:(voor zover bekend): Willem Deumens (1906)

Een van de meest opmerkelijke beelden van de Sint-Lambertuskerk is dat van een vrouwelijke heilige met baard. Het staat in Horst bekend onder de naam Wilgefortis of Virgo Fortis (‘Dappere Maagd’), maar de heilige heeft nog talrijke andere namen, waarvan Sint Helper, Sinte Hulpe en Sint Ontkommer de meest voorkomende zijn.

Wilgefortis is een fictieve heilige: in werkelijkheid heeft er nooit een Wilgefortis bestaan. Volgens een middeleeuwse legende zou zij een Portugese koningsdochter zijn. Zonder dat haar heidense vader er weet van had, zou ze christen zijn geworden. Daarbij beloofde ze eeuwig maagd te blijven. Toen een prins naar haar hand dong en haar vader haar wilde uithuwelijken, ontstond een conflict tussen vader en dochter. Omdat Wilgefortis weigerde te huwen, liet haar vader haar afranselen en opsluiten in een kerker. Ze bad tot God om een oplossing. Die bestond eruit dat er een grote zwarte baard aan haar kin groeide, waarmee ze terstond onaantrekkelijk was geworden voor elke mogelijke huwelijkskandidaat. Dit tot woede van haar vader, die haar liet kruisigen. Zo onderging ze hetzelfde lot als Christus, zij het dat deze werd vastgenageld aan het kruis, terwijl Wilgefortis met touwen werd vastgebonden.

De bron van deze legende bevindt zich naar alle waarschijnlijkheid in de Italiaanse stad Lucca. Daar hangt in de kathedraal een al in de middeleeuwen beroemde levensgrote houten crucifix, Volto Santo (‘Heilig Aangezicht’) genaamd, die Christus weergeeft met geopende ogen, baard, lang haar en koningskroon. Het bijzondere aan het kruisbeeld is dat Christus niet is gekleed in een lendendoek, maar in een lang gewaad dat tot over zijn knieën valt. Pelgrims die de kathedraal van Lucca bezochten, zouden het onderkleed van Christus hebben aangezien voor een jurk en daaruit de conclusie hebben getrokken dat de heilige aan het kruis een vrouw was. De mogelijk in de Nederlanden ontstane legende van Wilgefortis of Sint Ontkommer bood vervolgens een verklaring voor de baard van de heilige.

In de middeleeuwen was Wilgefortis vooral in Noord-Frankrijk, de zuidelijke Nederlanden en het huidige Duitsland bijzonder populair. Het Brabantse Steenbergen groeide uit tot een bedevaartplaats voor de heilige omdat de parochiekerk aldaar een kopie van het beeld uit Lucca zou hebben bezeten. Als troosteres van bedroefden werd Wilgefortis vooral aangeroepen door vrouwen met een ongelukkig huwelijksleven. De katholieke kerk betoonde zich nooit erg gelukkig met de fictieve heilige, waarvan de verering na de reformatie een sterke terugloop vertoonde.

Wilgefortis wordt doorgaans weergegeven als gekruisigde vrouw met baard in een lang gewaad. Vaak draagt ze een kroon, soms heeft ze een aureool en wordt ze geflankeerd door een minstreel.

Nederland telt meer afbeeldingen van Wilgefortis, maar Horst is de enige plaats met een beeldhouwwerk. Wat het Horster beeld werkelijk uniek maakt is dat de heilige een doornenkroon draagt in plaats van de gebruikelijke koningskroon. Dit wekt de indruk dat de maker van het beeld toch niet goed wist met wie hij te maken had: met de gekruisigde Wilgefortis of de gekruisigde Christus. Hoe het beeld in Horst is beland, is onbekend. Bewijzen voor een plaatselijke verering van de heilige zijn er evenmin.

Bij een eind negentiende- of begin twintigste-eeuwse restauratie van het beeld is onder meer het kruishout vernieuwd en voorzien van het opschrift voorzien Virgo Fortis en de afkorting O.P.N., die staat voor Ora Pro Nobis (‘Bid voor ons’). Onbekend is of het beeld reeds daarvoor een opschrift bevatte.

In 1906 bracht de Venlose kunstschilder Willem Deumens een neogotische beschildering aan. Vooral de blauwe jurk en het rode keurslijf zijn bijzonder rijk versierd met vergulde bloem- en plantenmotieven en Franse lelies. Bovendien bevat het rood talloze eveneens vergulde horizontale streepjes en het blauw verticale. Het geplisseerde hemd is wit. Aan het einde van de twintigste eeuw bleken zowel hout als polychromie nog in uitstekende staat te verkeren. Daarom kon worden volstaan met een grondige schoonmaakbeurt.

Het beeld hangt boven de zijingang van de kerk aan het Sint-Lambertusplein. Het heeft niet altijd een zichtbare plaats gehad. Zo hing pastoor-deken Creemers het in de sacristie omdat het een beeld van een fictieve heilige betreft. Onder zijn opvolger, pastoor-deken Debye, keerde het in de nieuwe kerk terug op een ook voor de parochianen zichtbare locatie. Debye zag hierin geen bezwaar omdat er geen speciale devotie tot het beeld bestond.